Vrijdag 30 augustus 2019 was het eindelijk zover. Na bijna 2 jaar aan voorbereiding stond ik aan de start van de CCC in Courmayeur Italië. Een ultratrail van 102 kilometer en zo’n 6.500 hoogtemeters door de alpen rondom de Mont Blanc die via Champex Lac in Zwitserland naar het Franse Chamonix leidt. Een droom die voor mij uit kwam.
De Ultra Trail de Mont Blanc is een evenement met een magische aantrekkingskracht op trailrunners en dan met name op ultrarunners. Jaarlijks reizen zo’n 10.000 hardlopers af naar Chamonix om te starten op een van de vijf afstanden van het UTMB festival. De aantrekkingskracht van dit evenement is zelfs zo groot dat ongeveer dat er meer dan 20.000 inschrijvingen zijn en meer dan de helft daarvan wordt uitgeloot. Om mee te kunnen loten moet je eerst een aantal kwalificatiepunten verdienen. Je moet dus ongeveer 2 jaar vooruit plannen om een kans te maken op een startbewijs.

Voor mij was dit niet de eerste keer dat ik in dit gebied gelopen heb. In 2017 stond ik aan de start van de OCC. Dat is de kortste afstand met 55 kilometer en 3.500 hoogtemeters en is daarmee ongeveer 34% van de UTMB. De CCC is de middellange afstand en is ongeveer 64% van de UTMB. De helft van dit parcours was voor mij dus niet onbekend. Toch had ik besloten om 2 weken voor de start van de CCC naar Champex Lac in Zwitserland te gaan. Dit plaatsje zit mooi in het midden van de CCC ultratrail. Daarnaast was in dit plaatsje de belangrijkste verzorgingspost op de route van de CCC. Goed dus om je al een beetje thuis te voelen in deze omgeving.

Een week voor de start verruilen we Champex Lac voor Chamonix. Het mooie Franse stadje staat deze week geheel in het teken van het trailrunnen en dat is merkbaar. De accommodaties in deze week worden vrijwel uitsluitend bevolkt door de deelnemers van de UTMB. Chamonix is populair bij bergsporters en wintersporters. De altijd sportieve sfeer lijkt in de week van de UTMB naar een soort climax te gaan. Overal in Chamonix zie je groepjes trailrunners in de meest uitgesproken outfit compleet met materialen stukken hardlopen of gewoon rond paraderen door het centrum. Het ziet er soms wel een beetje maf uit. Maar om deel te nemen aan dit evenement moet je ook wel een beetje een mafkees zijn.
Op woensdag kan ik mijn startnummer gaan ophalen. Dat is een soort militaire operatie in de lokale sporthal waarbij niks aan het toeval wordt overgelaten. Legitimeren om daarna aan een uitgebreide materiaalcheck te worden onderworpen. Vanwege de risico’s van het lopen in bergachtig terrein ben je verplicht een vrij uitgebreide set met materialen mee te nemen. Dit is uiteenlopend van een drinkbeker, GSM, handschoenen tot extra kleding met een voorgeschreven minimum gewicht. Het lijkt allemaal wat overdreven maar dit evenement staat bekend om het meer dan behoorlijke veiligheidsniveau. En deze verplichte materialen dragen daar natuurlijk aan bij. Als alles ok is dan ontvang je een startnummer, een tag om je pols die niet overdraagbaar is en een label aan je rugzak.

Op vrijdagochtend sta ik vroeg op. Ik moet rond 06:45 de bus hebben die vanuit het centrum van Chamonix naar Courmayeur rijdt. Eenvoudig ontbijt, paar koppen koffie en op weg naar de bus. In het centrum van Chamonix zie ik een koppel voor mij lopen met een Canadese vlag op hun rugzak. Dat is grappig, ik ken ze. Ze organiseren in Kamloops Canada BC ieder jaar een trailrun. Ik heb die 2 keer gelopen. Ik begroet ze en begrijp dat ze voor het eerst in Europa zijn. Leuke manier om dit continent te leren kennen. De bus gaat door de Tunnel du Mont Blanc naar Italië. Eenmaal in Courmayeur neemt de spanning wat toe. Het is toch een eind….
Ik sta in het tweede startvak en om 9:15 kunnen we onderweg. De start is tegenover de plaatselijke basisschool en deze dag bestaat het lesprogramma uit het uitzwaaien van hardlopers. Over het asfalt stuiven we het dorp uit en draaien rechtsaf de bergen in. Tot het eind van de middag zullen we 2 zeer lange beklimmingen voor de kiezen krijgen. En de eerste beklimming start bijna direct. Je merkt dat de meeste deelnemers ervaren zijn. Het tempo ligt relatief laag. Met zo’n 24 uur voor de boeg kan dat ook niet anders.

Het is vandaag warm. Zo’n 26 graden en het is zonnig. We lopen op een behoorlijke hoogte en begroeiing is er daarom nauwelijks. Een fris windjes zorgt dat het niet zo warm aanvoelt als het in werkelijkheid is. Veel drinken en veel zonnebrand, zo komen we de dag wel door. Je krijgt wat je verdient is een uitspraak die ik nogal eens bezig. Vandaag is dat niet anders. Het klimmen is afzien maar eenmaal op hoogte wordt je getrakteerd op zeer fraaie uitzichten. Eigenlijk is het een voorrecht om dit fysiek aan te kunnen en dit mee te mogen maken.

Na de tweede lange klim begint een afdaling van iets meer dan 21 kilometer. Het dalen gaat geleidelijk en het terrein is verre van technisch. Heerlijk ontspannen vliegen de kilometers voorbij. In de dorpjes onderweg zijn bronnen met koud drinkbaar water. Het is heerlijk om naast het vullen van de bidons het water te gebruiken om het hoofd en het bovenlichaam te koelen.
Nog één klim en dan zijn we bij de verzorgingspost in Champex Lac. We zijn inmiddels zo’n 9,5 uur onderweg. De race begint zijn tol te eisen. Onderweg naar boven zie ik best veel lopers in grote problemen. Uitputting begint toe te slaan. Het is met dit soort temperaturen lastig om gehydrateerd te blijven. En op een gegeven moment wil het lichaam meer dan wat vloeibare calorieën uit sportdrank of sportgelletjes. Het valt me op dat veel lopers het eten en drinken tijdens de inspanning niet verdragen. Telkens zie ik lopers naast de trails die niks meer kunnen binnenhouden. Ik realiseer me dat ik me eigenlijk ook helemaal niet zo fit voel. En maak me zorgen of ik straks mijn eten en drinken binnen zal houden. Eerst maar eens naar boven naar de verzorgingspost. Dan zien we daar wel verder.

Eenmaal aangekomen in de verzorgingspost besluit ik om eerst rust te pakken. Ik lig meer dan 4 uur voor op het cut-off schema. Ik heb dus tijd genoeg. Ik voel me gammel maar moet er niet aan denken om nu te eten. Dan maar even zitten aan een tafel en wachten totdat de hartslag omlaag gaat. Ik drink ondertussen een paar halve liters cola en wat water. Na een minuut of 20 is mijn hartslag gedaald en begin ik zowaar een beetje trek te krijgen. Dat is mooi want ik moet echt iets eten voordat ik verder ga. Ik eet een beetje pasta met kippensoep, wat stokbrood met kaas en een paar chocolade snacks. Dat doet me goed. Snel een schoon droog shirt aan en dan de nacht in.
Buiten is het inmiddels donder. Het eerste stuk door Champex Lax is door straatlantaarns verlicht maar al snel gaan we een donker pad op de bergen in. Hoofdlampje op en even wennen aan het lopen in het donker. Ik heb in de Ardennen al vaker ’s nachts op technisch terrein gelopen. Je moet wat voorzichtiger doen dan overdag maar erg vervelend vind lopen in het donker zeker niet. Je wereld wordt wat kleiner.Het is een prachtig om te zien hoe de lampjes van de andere lopers langs de berg omhoog bewegen. Het is pikkedonker maar daardoor voel je je niet alleen.
We moeten vannacht 3 lange zware klimmen doen voordat we morgenochtend terug zijn in Chamonix. Gedurende de nacht koelt het stevig af. Na zo’n warme dag is dat wel fijn. Onderweg kom ik steeds vaker lopers tegen die niet meer verder kunnen. Geen fut meer, kramp of simpelweg te moe. Tijdens de beklimmingen zitten in de bochten lopers uit te rusten en even verder liggen ze zelfs te slapen. Het is duidelijk dat de afvalrace nu echt begonnen is. Ik voel me eigenlijk prima. Daarnaast voel ik geen enkele druk meer. Ik lig meer dan 6 uur voor op het cut-off schema en weet dat ik het waarschijnlijk wel zal halen. Gewoon rustig aan doen en genieten van dit avontuur.

De laatste klim voor Chamonix is de beruchte Tête au Vents. Dit is met 2.127 metet hoogte zeker niet het hoogste punt tijdens deze ultratrail. De klim is wel berucht. Eindeloos zigzaggend omhoog stijgen. Als ik aan de klim begin weet ik dat me iets moois te wachten staat. Straks als ik boven ben dan heb ik uitzicht op de Mont Blanc. Het is dan vroeg in de ochtend en de zon zal opkomen. Een zonsopgang boven op een berg is op zichzelf al een spektakel. Maar na bijna een etmaal trailrunnen met het uitzicht op de Mont Blanc. Een heel bijzondere ervaring waar ik nog vaak aan zal terugdenken.
Vanaf de top van de Tête au Vents is nog zo’n 75 minuten afdalen naar de straten van Chamonix. De vermoeidheid voel ik wel maar negeer ik verder. Samen met een groepje Chinezen en Fransozen zet ik de afdaling in. We grappen wat en lopen kop over kop om het tempo erin te houden. Vlak voordat we de straten van Chamonix indraaien moeten we een drukke weg oversteken door middel van een tijdelijke brug. Trappen omhoog en trappen omlaag, ik kan je verzekeren dat je dat wel even voelt in je benen. Het is 8:20 en het is al gezellig druk in de straten van Chamonix. Gedragen door de aanmoedigingen van het publiek versnellen we nog maar eens om uiteindelijk om 8:30 over de finish te gaan.

Het resultaat daar ben ik tevreden mee. Ik ben 23:31:56 onderweg geweest en heb 101 kilometer met 6.100 hoogtemeters afgelegd. Tijdens deze editie van de CCC zijn maar liefst 554 deelnemers uitgevallen. Dat is meer dan 25 procent en een bijzonder hoog aantal. Met name als je je realiseert dat iedereen die hier aan de start stond zichzelf eerst heeft moeten kwalificeren. Er staan hier alleen maar ervaren lopers aan de start. Ik heb zelf geen moment aan opgeven hoeven denken. Ik heb een fantastisch avontuur beleeft. Bij de finish maar een biertje op het terras gepakt en mezelf meteen maar voorgenomen dat ik in 2021 terug wil zijn in Chamonix om tijdens de UTMB van start te gaan.